Verwachtingen voor het nieuwe jaar in tech, politiek en beleid

Waar gaan we op letten in 2018? Wat staat er op de agenda, en welke politici zullen een beslissende rol spelen op het vlak van technologie en bestuur? Bij Considerati kijken we alvast vooruit.

De toon is gezet

In 2017 kwam er nog amper nieuw beleid tot stand. Rutte II was uitgeregeerd, de campagne ging van start en werd gevolgd door de langste formatie ooit. Nu zijn de zetels verdeeld en is het regeerakkoord geschreven. De politieke beschouwingen en de begrotingsdebatten hebben we gehad. Rutte III is van start gegaan. De lijst met ‘controversieel verklaarde’ voorstellen kan onder handen worden genomen.

Vandaar dat de parlementaire agenda is vol gestroomd. Vooral in februari barst het van de overleggen. Ook het ‘rondetafelgesprek’ blijkt dit jaar populair onder de Kamerleden. Het biedt hen de mogelijkheid zich te profileren op een onderwerp en relatief eenvoudig veel informatie te verkrijgen. Opvallend veel van de overleggen en gesprekken hebben raakvlakken met technologie en de digitale economie. Het gaat over concurrentie, innovatie en veiligheid. Zo komt er een overleg in de Tweede Kamer over Big Data en de bescherming van persoonlijke gegevens. 

Politici en bewindspersonen

Een beslissende rol is weggelegd voor staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat. Begin januari stuurde ze al de kabinetsreactie op een CPB-publicatie over nepnieuws en platformregulering naar het parlement. Als bewindspersoon is ze verantwoordelijk voor digitalisering, mededinging, consumenten en telecom. Duidelijk is dat Keijzer dit jaar haar handtekening gaat zetten onder richtingbepalend digitaliseringsbeleid. Deze week nog pleitte Keijzer voor een inclusieve, eerlijke digitale economie.

Ook Kajsa Ollongren, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gaan we volgen. Ollongren zal geconfronteerd worden met een breed maatschappelijk debat over de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv). Dit jaar zal ze verder in de aandacht staan met betrekking tot het bestrijden van nepnieuws. Het digitaliseren van de overheid en publieke dienstverlening zal het ministerie van BZK het komende jaar ook bezighouden, na de het mislukken van de BRP. Dit onder leiding van staatssecretaris Raymond Knops.

Kees Verhoeven (D66) is in 2018 niet meer het enige Kamerlid die de weg weet in het digitale domein. We waren al bekend met Sven Koopmans (VVD) en Tom van der Lee (GroenLinks). Dit jaar gaan we verder letten op de inbreng van nieuwkomers als Martin Wörsdörfer (VVD) en Jan Paternotte (D66), die zich zullen profileren op privacy en innovatie. SP-lid Maarten Hijink richt zich in het vervolg op andere beleidsterreinen. Mahir Alkaya zal zijn dossiers overnemen.

Verwacht: de kwesties

2018 gaat bepalend zijn voor de rol van platformen in onze economie en maatschappij. Welke nieuwe innovaties gaan we zien en wie neemt welke verantwoordelijkheid op zich? Hebben maatregelen wel het gewenste effect? Het filteren van online content en het beperken van de verspreiding van nepnieuws is een belangrijke tweede. Waar liggen de grenzen en hoe moeten we handhaven? De Nederlandse regering is terughoudend met het opleggen van beperkende regelgeving. Dat lijkt in andere Europese landen en binnen de Europese Commissie anders te liggen. De Commissie laat zich nadrukkelijk uit over de zorgplicht voor platforms om content te verwijderen.

De belangstelling vanuit het parlement en de ministeries voor platformen groeit verder. In het voorjaar komt het kabinet met de “nationale digitaliseringsstrategie” die mede ingaat op de vrijheden en verantwoordelijkheden van platformen, maar ook de bredere digitale economie. Op EU-niveau zal de Europese Commissie haar Digital Single Market plannen dit jaar zoveel mogelijk willen afronden. Vóór start van de nieuwe Commissie in 2019. En dat vraagt ook actieve inbreng van Nederland in Brussel.

Het beschermen van waarden en menselijkheid gaat vaak de onderliggende factor in de discussies worden. Andere factoren die daar in 2018 bij betrokken worden, zijn naar verwacht steeds vaker Internet of Things, Artificial Intelligence en Blockchain. De maatschappij gaat dit jaar meer dan ooit profiteren van de gemakken die deze innovaties bieden. Meer objecten worden geïntegreerd en toepassingen worden steeds verder gepersonaliseerd. Het blijft echter, net als in 2017, niet alleen maar juichen. Partijen zoals het Rathenau Instituut en het CPB wijzen de politiek op de risico’s. Zoals cyberveiligheid en privacy. Het is dit jaar aan het kabinet om daar verder op te reageren.

En niet onbelangrijk: de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) treedt per 25 mei in werking. Deze nieuwe privacywetgeving vraagt nog veel inspanning van organisaties. Eerst zal nog de uitvoeringswet voor de AVG door het parlement moeten. Vervolgens is het afwachten hoe de Autoriteit Persoonsgegevens zich in de praktijk gaat opstellen: gunnen we organisaties een overgangsjaar of beginnen de eerste onderzoeken op 26 mei?

De gemeenteraadsverkiezingen worden ook een belangrijk moment. We zien nu al dat de landelijke partijprominenten zich mengen in kwesties die lokaal spelen. En die betreffen nu meer dan ooit digitalisering en de effecten van de platform- deel- en kluseconomie. De verkiezingen zijn een kans voor politieke partijen om daar een antwoord op te formuleren. Lokaal (openbaar) bestuur gaat tegelijkertijd om steeds andere kwaliteiten vragen. Als dienstverlener moeten de gemeenten goed om kunnen gaan met het gebruik van data, privacy, digitaliserende dienstverlening en het online direct in contact staan met burgers. Tech gaat niet de doorslag geven in de verkiezingsstrijd, maar kan lokaal wel impact hebben. Denk maar aan de Airbnb discussie die speelt in Amsterdam.

2018

De impact van digitalisering op politiek en beleid wordt duidelijk. De kaders voor de komende jaren lijken nu te worden vormgegeven. Daarbij zijn ethische vragen niet meer weg te denken uit het publieke debat over technologie, privacy en platformen. 2018 wordt daarom een belangrijk jaar voor Rutte III.