28-02-2023 - Van maaltijdbezorging en taxidiensten tot schoonmaken en bijles, werken via digitale platformen breidt zich steeds verder uit. Deze groeiende vorm van werk levert ook nieuwe vraagstukken op. Meer dan een jaar geleden kwam de Europese Commissie daarom met dit voorstel voor een Europese Richtlijn voor Platformwerk. Met deze richtlijn wil de Europese Commissie platformwerk reguleren. Platformwerkers moeten zo de rechten en zekerheden krijgen waar ze volgens de Commissie recht op hebben maar die ze nu nog te vaak niet krijgen. Inmiddels is er meer dan een jaar verstreken, maar een akkoord op het dossier lijkt voor nu nog niet in zicht.
Een van de belangrijkste aspecten van het platformwerk dat via de Richtlijn gereguleerd moet worden is de arbeidsrelatie tussen de platformwerker en het platform. De afgelopen jaren zijn er verschillende rechtszaken gestart waarin platformwerkers en vakbonden eisten dat de platformwerkers werknemers zijn in plaats van zzp'ers, en dat zij daarom ook recht hebben op de bijbehorende sociale zekerheden. Aan deze onduidelijkheid wil de Commissie een einde maken. In het wetsvoorstel zijn daarom vijf criteria met betrekking tot de arbeidsrelatie opgenomen. Voldoet het platform aan twee of meer van deze criteria, dan is het platform een werkgever.
In januari, ruim een jaar na de presentatie van het voorstel, heeft het Europees Parlement (EP) na een plenaire stemming haar positie ten aanzien van het voorstel ingenomen. In vergelijking met het voorstel van de Commissie is het voorstel in het EP aangepast. Door deze aanpassing wordt het voor platformwerkers eenvoudiger om aanspraak te maken op de rechten en sociale zekerheden die horen bij werk in dienstverband. Het instemmen met dit voorstel geeft rapporteur Gualmini het mandaat van het EP om de onderhandelingen (de zogenoemde trialoog) met de Europese Raad te openen.
Echter, voordat deze onderhandelingen van start kunnen moet ook de Raad haar positie op het voorstel innemen. In december heeft het Tsjechische voorzitterschap een uiterste, onsuccesvolle poging gedaan om binnen haar voorzitterschap nog tot een akkoord te komen. Onder leiding van Zweden, de nieuwe voorzitter van de Raad en vanaf het begin kritisch op het wetsvoorstel, worden er nieuwe pogingen gedaan om de onderhandelingen open te breken. Of dit op korte termijn gaat lukken is allerminst zeker. Vooral de voorgestelde criteria op basis waarvan bepaald wordt of platformwerkers zzp'ers of werknemers zijn zorgen voor verdeeldheid in de Raad. In verschillende media wordt het wetsvoorstel al een hoofdpijndossier genoemd.
In de Raad is Nederland een uitgesproken voorstander van een voorstel dat zorgt voor duidelijke en handhaafbare regels voor de werkomstandigheden van platformwerkers. In oktober van vorig jaar deed minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip samen met zeven van haar Europese collega's een oproep aan de andere lidstaten om in te stemmen met strengere regels voor platformwerk. Dat Nederland vasthoudt aan dit standpunt bleek onder andere uit een tweet van minister van Gennip deze maand, waarin ze haar Spaanse collega "een bondgenoot in het beschermen van platformmedewerkers" noemde. Of minister Van Gennip samen met haar bondgenoten de andere lidstaten kan overtuigen van dit standpunt zal moeten blijken.
Heeft u vragen over bovenstaand? Neem dan gerust contact op met Considerati.