In gesprek met Maaike Okano-Heijmans van Clingendael over Europa en de Chinese digitale strategie, het (niet meer) taboe van industriepolitiek, en een minister van digitale zaken.

02/02/'21 - Nederland staat vooraan in de digitale lijstjes. Jij hebt met oog op China een breder blikveld. Toch is de vraag, zien en benutten we de kansen van digitalisering wel voldoende?

Nederland doet het goed op het gebied van cybersecurity en diplomatie, bijvoorbeeld via de cyber attachees in Singapore, Peking, Washington. Op het gebied van talent en innovatie doet Nederland het ook goed, andere Europese landen trouwens ook. Maar in het vermarkten van innovatie blijven we erg achter. Bedrijven als Booking en Adyen zijn eerder uitzondering dan regel. Amerika en China zijn hierin wel leidend, en kunnen die positie daardoor weer verder uitbouwen: uiteindelijk heb je wel topbedrijven nodig om internationaal topspeler te kunnen zijn. 

Waar we wel topspeler zijn, is op regulering. Voorbeeld is natuurlijk de AVG. De EU is de scheidsrechter van de wereld. Dit is aan de ene kant positief, zeker omdat andere landen zoals India en Japan onze standaarden als startpunt nemen voor hun eigen regels. Maar tegelijkertijd: scheidsrechters winnen geen wedstrijden. Het is dus goed en belangrijk om regels te zetten, maar we moeten ook sterke spelers hebben. 

Frankrijk en Duitsland handelen daarin sterker. De Fransen vanuit een aangeboren mercantilistische en protectionistische houding en de Duitsers om hun maakindustrie te beschermen en ondersteunen. Dat is nu het grote spel. Industriepolitiek is geen vies woord meer, zeker niet na de versnelling van China en andere Aziatische landen. We zullen wel slim een manier moeten vinden om EU-kampioenen te faciliteren. Een overheid die winners kiest werkt niet, en we hebben het geld niet om zoals China modder tegen de muur te gooien en kijken wat blijft hangen.  

U doet onderzoek naar de relatie tussen China en Europa, en dan ook specifiek op digitaal gebied. Wat zijn op dit moment de cruciale grote lijnen in onze digitale relatie met China?

Specifiek binnen Azië hebben Chinese bedrijven een enorm marktaandeel, maar behalve misschien AliExpress, nog niet hier. Daarom ligt de focus in Nederland en Brussel nog voornamelijk op de regulering van Amerikaanse Big Tech. Wat we te weinig voor ogen hebben is de tweede grote uitdager vanuit Azië. Via de Zuidoost-Aziatische markt trekken ze naar Afrika om uiteindelijk de moeilijkere markt Europa te betreden – hier is veel geld te verdienen. 

Maar China kijkt niet alleen naar data voor winst, zoals Amerikaanse platforms, er zit ook een staatsveiligheidscomponent aan. In China wordt data gebruikt om mensen te onderdrukken of te sturen. Daar werken ze met strafpunten bij, soms zelfs kleine, wetsovertredingen. Met die strafpunten word je in je vrijheden beperkt.

Het zal nooit zo ver gaan als in China, maar een afgezwakte vorm van invloed hier is zeker mogelijk. Die sluimerende groeiende beïnvloeding kan groter worden met meer data van meer mensen die kan worden ingezet indien nodig. Met de huidige regulering moet dit ook al meegenomen worden, en in de instituties die we bouwen en afspraken die we maken. Dit komt nu rustig op gang. Persoonlijk ben ik trouwens niet voor uitsluiting – zoals de Amerikanen wel doen –  maar wel voor kijken wat mogelijk is om het beter te reguleren. En misschien is het toch wel gewoon een optie om te zeggen, als Europese fintech bedrijven daar de markt niet (of alleen onder heel strenge voorwaarden) op mogen, moeten wij dat ook een keer doen. Dat taboe kan doorbroken worden, maar het is een hele lucratieve markt.

Doen wij voldoende als Europa om ook Afrika te beïnvloeden, of een Zuid-Amerika of India?

De digitale ontwikkelingssamenwerking strategie van Nederland richt zich op Afrika, maar niet op de ground zero in Zuidoost-Azië, waar de Chinese politieke invloed het meest groeit. Ook is de strategie voornamelijk gericht op armoedeverlichting of ontwikkeling, in plaats van praktische alternatieven voor wat China daar aanbiedt op digitaal vlak. We moeten dus ook inzetten op digitale samenwerking: wat kunnen wij aan digitale systemen bieden? De Chinezen pakken die praktische kansen en winst gewoon en creëren een politieke afhankelijkheidsrelatie. 

Er komt een Kamercommissie Digitale Zaken. Hoe denkt u dat extra aandacht voor digitaal in de Tweede Kamer optimaal tot zijn recht komt?   

De Tweede Kamer is een ding, maar ook op andere plekken is dit nodig. Denk aan Taiwan, waar er een digitale minister is. Zij werkt met een team van ambtenaren van alle ministeries zodat er geen apart digitaal eiland is, maar is er wel coördinatie en optimale kennisdeling. Ze managen daar trouwens ook alle cyber attacks en misinformatie, vooral vanuit China. De overheid reageert binnen een half uur op dergelijke aanvallen met een aansprekende, positieve reactie en beschermt zo de democratie.

Wat hoopt u van het nieuwe kabinet, wat moet worden vastgelegd in het nieuwe Regeerakkoord?

Laat die digitale minister maar komen, alleen de kandidaat nog! En het zou goed zijn als besef van het strategische belang groter wordt, in de politiek, maar ook in de samenleving. We hebben een Clingendael Barometer over China en technologie waar meerdere vragen werden gesteld. Bij de vraag “vind je dat Nederland apparatuur moet kopen van Chinese bedrijven voor onze telecomnetwerken?”, zijn respondenten behoorlijk kritisch. Maar als we dan vragen of ze bang zijn voor spionage bij gebruik van Chinese telefoons, dan ziet het grootste deel van de respondenten geenprobleem. Een opvallende discrepantie die voor mij aangeeft dat we het gesprek met de burger meer moeten voeren en de overheid burgers soms moet beschermen.

Maaike is Senior Research Fellow bij Clingendael en doceert als gastdocent aan de Universiteit Leiden over ‘Niet-westerse diplomatie’. Haar onderzoeksinteresses liggen in diplomatie en internationale betrekkingen in de betrekkingen tussen de EU en Azië, in digitale connectiviteit, de rol van grote technologiebedrijven en het effect van de vierde industriële revolutie op geopolitiek.
David de Nood Principal Consultant Public Affairs